Van plumpudding tot vaatdoek; wat een houding allemaal niet doet!

2 minuten leestijd.

Van plumpudding tot vaatdoek

Een ingezakte plumpudding, een zak aardappelen, een vaatdoekje…‘ Zo noemen mensen zichzelf soms in de praktijk. Mooie benamingen, vind je niet? Wat ik eigenlijk mooi vind daaraan is dat ze zichzelf zo achteraf of aan het einde van de behandelreeks pas noemen. Dat betekent namelijk dat ze een verandering voelen!

‘De zak aardappelen’
Een jonge vrouw van 16 loopt heen en weer in mijn praktijkruimte omdat ik dat vraag. Ik zie een stijve onderrug, daar waar ze last van heeft, en haar voeten wijzen naar buiten. Ze schopt haar benen licht voor zich uit. Haar bekken staat in een licht verdiepte holling en de romp en armen maken kleine bij-bewegingen. De schoudergordel houdt ze stijf opgetrokken. ‘Ik voel me een zak aardappelen, ik hou mezelf wel bij elkaar, maar ik heb het gevoel dat er steeds wat aardappels verschuiven in mij.’

‘De vaatdoek’
Een man, halverwege 60, leest iedere ochtend de krant, maar voelt zich fysiek dan niet goed. ‘Ik Ben zo slap en krijg mezelf niet goed overeind. Ik hang als een vaatdoekje over mijn krant, Alsof mijn hoofd veel te zwaar is’. Ik zie een man aan mijn bureau zitten op het puntje van zijn stoel met een met een tijdschrift voor zich. Zijn hoofd moet worden ondersteund door zijn handen omdat het zwaar voelt. Hij steekt zijn nek ver naar voren en zijn schouders hangen mee naar voren vanuit een gebogen bovenrug.

‘De plumpudding’
Een vrouw van begin 40 staat en loopt tijdens het onderzoek van de intake heen en weer. De voeten landen vrij hard op de grond, de onderrug is hol, de wervelkolom zakt ook in vanuit de bovenrug en de schouders staan daardoor naar voren gericht. In de meeste gewrichten wordt er gehangen, het lijf wordt niet echt gedragen. ‘Er is weinig energie in mijn lijf en het voelt zwaar, ik voel me net een ingezakte plumpudding’

Mooi achteraf
Bij (bovenstaande) cliënten geldt dat ze vaak zichzelf zo pas vergeleken met de meest uiteenlopende voorwerpen wanneer ze (bijna) klaar waren met de behandelingen. Ze hadden voor de behandelingen wel in de gaten dat ze bijvoorbeeld energie mistte om rechtop te zitten, maar er geen notie van dat ze juist door het beweeggedrag hun eigen batterij laten leeglopen.  Pas toen ze voelde wat het was om de krachten juist te verdelen over het lichaam (wat niet altijd zonder slag of stoot gaat) merkten ze op hoe ze voorheen liepen, zaten, afwas deden, werkten etc. 
Soms merken cliënten al direct verschil tijdens het onderzoek wanneer ik aanwijzingen geef om te veranderen. Wanneer ze daarna voor hun gevoel weer ‘normaal’ lopen voelen ze ineens waar ze stabiliteit in hun lichaam missen. Soms merken cliënten pas het verschil wanneer ze de nieuwe houdingen een tijdje kunnen volhouden en heeft het lichaam (en hoofd) tijd nodig om er aan te wennen voordat ze verschil voelen.

En wat zie ik?
Ik zie geen vaatdoekjes, plumpuddingen of zakken aardappelen. Ik zie mensen die onhandige spieren hebben gekozen om stabiliteit te maken. Het lijf is in protest en kan hierdoor pijnsignalen afgeven. Voorlopers van die pijnsignalen kunnen bijvoorbeeld immobiliteit, ‘strak gevoel’ of verminderde kracht of energie zijn. Het is jammer dat we die voorlopers alleen vaak niet opmerken.
Want hoe vaak heb jij iets veranderd zonder dat er een duidelijk (pijn-) signaal komt dat iets niet goed is?

Gratis gezondheidscheck
Twijfel je of je ook een pudding of een zak aardappelen bent? Of wil je je eigen voorwerp waarmee je je kan identificeren ontdekken?
Schrijf je in voor een geheel vrijblijvend en gratis houdingscheck via >>deze << link en de beweegtherapeut neem contact op om een afspraak met je te maken.

Van plumpudding tot vaatdoek; wat houding allemaal met je doet!

Geef een reactie